...


Papierwinkel bij overlijdensverklaring
A en B formulier + evt. artikel 10 formulier


Na een sterfgeval moet een arts het overlijden vaststellen. Sterfte door ziekte of ouderdom heet 'natuurlijke dood'. Al het ander is een 'niet-natuurlijke dood'. Dat varieert van zelfdoding, verkeersongelukken, ongevallen op het werk of binnenshuis, medische blunders tot moord- en doodslag.

A fomulier=natuurlijke dood
Alleen bij een natuurlijke dood mag de behandelend arts - huisarts of specialist -een overlijdensverklaring afgeven in de vorm van een A-formulier. Om zich van de doodsoorzaak te vergewissen, is hij verplicht te praten met eventuele omstanders. Ook moet hij het lijk van top tot teen onderzoeken op aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood.
Op het A-formulier staan gegevens van de overledene plus naam en handtekening van de arts.

B formulier=doodsoorzaakverklaring
Vindt de arts geen aanwijzingen voor een niet- natuurlijke dood, dan mag de behandelend arts zelf ook het B-formulier invullen, ook wel de doodsoorzaakverklaring genoemd. Daarop vult hij de directe doodsoorzaak in en factoren die hebben bijgedragen tot het overlijden.
Op het B-formulier staan geen personalia van de overledene. Alleen de medisch ambtenaar van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en wetenschappelijke onderzoekers kunnen deze gegevens inzien. Het CBS verzamelt en analyseert alle overlijdensgegevens.

Bij twijfel wordt schouwarts ingeschakeld
Constateert een behandelend arts zelf een niet-natuurlijke dood of heeft hij
twijfels, dan moet hij een forensisch geneeskundige inschakelen. Zo'n justitiële schouwarts kan werkzaam zijn bij de regionale gezondheidsdienst of bij een particulier bureau.
Concludeert een lijkschouwer dat de overledene een natuurlijke dood is gestorven, dan vult hij zowel het A- als het B-formulier in. De zaak is daarmee alsnog afgedaan.

Artikel 10 formulier
Is iemand niet overleden door ziekte of ouderdom, dan moet een zogeheten artikel-10-formulier worden ingevuld voor het openbaar ministerie. Als daar de officier van justitie constateert dat het om zelfdoding gaat, doet hij er verder niks mee. Betreft het een misdrijf, dan wordt het lichaam in beslag genomen.